zondag 26 januari 2025

De grond van de zaak, of hoe de bodem alles bepaalde...

Om stenen en pannen te bakken had men klei nodig. Of strikt genomen: klei of leem. De aanwezigheid van geschikte grondstoffen bepaalde of er kansen waren voor steen- en pannenbakkers

Door de eeuwen heen bepaalde de beschikbaarheid van bouwmaterialen ook het uitzicht van gebouwen: leem, hout, natuursteen, baksteen... Mensen bouwden met de materialen die lokaal beschikbaar waren en maakte gebruik van de kennis waarover ze beschikten. In onze streken werd lang gebruik gemaakt van hout, leem en, indien beschikbaar, natuursteen. Later beschikte men over de kennis om brikken en dakpannen te bakken. De eerste bakstenen in onze streken werden gebakken rond het jaar 1200. De oudste dakpannen waren zgn. daktegels, later ontstonden de holle en bolle pannen en de Vlaamse (of Hollandse) gegolfde pan (ongeveer 1450). 

Steenbakkers aan het werk in Linkhout (Lummen). Hier in de Demervallei is klei gemakkelijk beschikbaar.
(Geschied- en Heemkundige Kring van Groot Lummen)

Lokale grondstoffen

Voor het bakken van brikken of bakstenen is de kwaliteit van de grondstof minder belangrijk dan voor het bakken van de dunne en waterdichte pannen. Voor brikken kunnen heel uiteenlopende kwaliteiten van klei en leem gebruikt worden. Voor pannen is vette, homogene klei nodig. Op de samenstelling van klei en leem gaan we in dit stukje niet verder in.

De beschikbaarheid van die grondstoffen bepaalt dus wat op een bepaalde locatie tot de mogelijkheden behoort. Immers, leem en klei zijn relatief zware grondstoffen (net als de gebakken producten overigens) en het was vroeger zo goed als onmogelijk om die in grote hoeveelheden over grote afstanden te vervoeren. Een steenbakker of pannenbakker vestigde zich dus op een locatie waar klei of leem in voldoende hoeveelheden beschikbaar was. Veel moderne steenbakkerijen voeren vandaag hun grondstoffen aan over grote afstanden.

De beschikbaarheid van voldoende klei bepaalde ook de waarde van een pannenoven of steenbakkerij. Dat blijkt uit de beschrijvingen die opgesteld werden voor de inventaris van het primitief kadaster rond 1840. Zo staat bijvoorbeeld bij de pannenoven op de Kattenberg in Bilzen de volgende beschrijving: "Eene pannenbakkerij die ook tot bakken van blaauw pannen kan worden gebezigd. Eenen oven waarin circa 9000 pannen kunnen gestookt worden terwijl de twee daarbij behoorende afdakken in goeden staat zijn, doch de groote kosten die tot het bekomen der noodige potaarde moet worden aangewend is voor deze fabryk hoogst nadeelig."

Soorten leem en klei

In Limburg is bijna overal klei of leem te vinden. Dat blijkt ook uit de spreiding van de historische panovens en steenbakkerijen in mijn inventaris. In Vlaanderen worden heel wat verschillende soorten klei gebruikt. Elk met een verschillende herkomst en dus ook een verschillende geschiedenis.

Een overzicht van de belangrijkste soorten volgens M. Gulinck (1958):

  • Polderklei (niet in Limburg)
  • Jonge rivierafzettingen (Maas- en Scheldevallei)
  • Kleien van de Kempen (niet in Limburg)
  • Rupeliaanse klei (Boomse klei)
  • Ieperiaanse klei (niet in Limburg)
  • Klei van Henis
  • Deklemen
  • Verweringsproducten van schalies en mergels (niet in Limburg)
  • Schalies uit (steenkool)mijnen

Grofweg kan je zeggen dat zowat alle bedrijven in het Maasland gebruik maakten van de alluviale (rivier)klei die ooit door de Maas werd afgezet. De meeste grote bedrijven lagen kort bij de Maas.

Rupeliaanse kleilaag (of Boomse klei), van mariene oorsprong, dwz. ooit door de zee afgezet, komt in een lange strook in het midden van Limburg voor. Onder meer in Loksbergen, Schulen, Alken en Hasselt werd deze klei verwerkt in pannen, buizen en bakstenen.

De klei van Henis dagzoomt aan de oppervlakte vooral in het zuiden van Limburg. Steen- en pannenbakkerijen in Bilzen en Tongeren maakten gebruik van deze kleilaag, die uitermate geschikt was voor pannen en holle elementen.

De leem bedekt zowat volledig Haspengouw en werd ooit (tijdens de verschillende ijstijden) door de wind aangevoerd. Veel veldovens in de regio gebruikten deze leem net als de grote baksteenfabrieken zoals Vandersanden en Nelissen, die vandaag nog actief zijn.

Schalie (of 'mijnsteen') werd enkel door de koolmijn van Winterslag gebruikt. Dit restproduct van de steenkoolwinning werd fijngemalen en met water gemengd om vervolgens tot bakstenen te worden geperst. Deze Carboonschalie is 310 miljoen jaar oud. De Winterslagse baksteen kreeg daarom terecht de titel van 'oudste baksteen van Vlaanderen'.

De steenbakkerij van de koolmijn van Winterslag met vooraan de ringoven

Geologische kaarten

Geologische kaarten die de ondergrond beschrijven en die zo de beschikbaarheid van leem en klei weergeven, verklaren waarom steenbakkers en pannenbakkers meer actief waren op bepaalde plaatsen dan op andere.

De diepte waarop de klei zich bevond, bepaalde of men die kon ontginnen. In de tijd dat men alles nog met de hand deed en niet over pompen beschikte, kon men niet dieper dan 2 à 3 meter graven. Later, wanneer graafmachines en sterke pompen beschikbaar waren, ontstonden de grote diepe kleigroeven. Enkel wanneer de klei dus zo goed als aan de oppervlakte beschikbaar was, konden steen- en pannenbakkers in de 18de en 19de eeuw die gebruiken.

Hier volgen enkele interessante geologische kaarten afkomstig van de website 'Databank Ondergrond Vlaanderen'.

Boomse klei

De kleilaag Boomse klei strekt zich uit van west naar oost in het midden van de provincie Limburg. De laag helt af van zuid (blauw) naar noord (rood). Enkel waar de kleilaag kort aan de oppervlakte zit (blauw, van 0 tot 10 meter) kon die gemakkelijk ontgonnen worden.

Pannen- en steenbakkers in Loksbergen, Schulen, Alken, Hasselt, Nieuwerkerken en Bilzen maakten gebruik van deze kleilaag.

Voorkomen kleilaag Boomse klei (bron: DOV)

Klei van Henis

De kleilaag Klei van Henis strekt zich uit van west naar oost in het midden en zuiden van de provincie Limburg. De laag helt af van zuid (blauw) naar noord (rood). Enkel waar de kleilaag kort aan de oppervlakte zit (blauw, van 0 tot 10 meter) kon die gemakkelijk ontgonnen worden.

Pannen- en steenbakkers in Kortessem, Bilzen en Tongeren maakten gebruik van deze kleilaag.

Voorkomen kleilaag Klei van Henis (bron: DOV)

Leem

De leemlaag strekt zich uit van west naar oost in onderste deel van de provincie Limburg. De laag bevindt zich aan of kort aan de oppervlakte (blauw, van 0 tot 10 meter). Zo kon die leemlaag overal in de regio gemakkelijk ontgonnen worden.

Heel veel steenbakkers in Zuid-Limburg maakten gebruik van deze leemlaag.

Voorkomen leemlaag (bron: DOV)

Welkom!

Een Limburgse inventaris!?

Een inventaris van 'alle' Limburgse panovens, pannenfabrieken en steenbakkerijen? Allicht onbegonnen werk... In elk geval wil ik m...