vrijdag 10 november 2023

Alle ringovens van Limburg

In de loop van de 19de en 20st eeuw werd in Limburg een tiental ringovens gebouwd. Twee daarvan bestaan nog steeds en zijn ook nog in gebruik.

De zogenaamde Hoffmann-ringoven is genoemd naar ingenieur Friedrich Eduard Hoffmann. In 1859 kreeg Hoffmann in Pruisen en Oostenrijk een patent voor de ‘uitvinding van een ringvormige oven voor het continu branden van alle soorten stenen, aardewerk, kalk, gips en dergelijke’. Een Hoffmann- of ringoven is een continue oven. De eerste Belgische ringoven werd in 1868 gebouwd door de firma Hallemans in Hemiksem. De eerste ringoven in Nederland werd eveneens in 1868 gebouwd. 

Schema van een ringoven met 18 kamers en centraal de rookgasafvoer  (De Meester, 1907)

Een ringoven maakte een continue bakproces mogelijk met een relatief laag brandstofverbruik. Oorspronkelijk was dat steenkool. De oven werd kamer per kamer gevuld en leeggemaakt. Het vuur verplaatst zich van kamer naar kamer. Door een slimme sturing van de luchtstroom (en de afvoerde rookgassen) kon de volgende kamer telkens voorverwarmd worden.

13 ringovens

Het is niet bekend wanneer in de Limburg de eerste ringoven werd gebouwd. Misschien zijn de ovens van steenbakkerij Schouterden (1911) en die van steenbakkerij Smeets (1911) in Maaseik wel de oudste. Bijna alle ringovens die ooit werden gebouwd zijn intussen verdwenen. Nog twee ringovens blijven over en worden bovendien ook nog gebruikt: de ringoven van steenbakkerij Schouterden in Maaseik (1911) en de ringoven van  de steenbakkerij van Membruggen in Riemst (1960).

We vonden ook nergens informatie over die in de praktijk de ringovens bouwde. Werd hiervoor een extern bedrijf aangetrokken? Bouwde men die zelf (onder begeleiding)? We weten het niet.

Een overzicht van de 13 ringovens die ons bekend zijn (de jaartallen duiden telkens op de ringoven):

Pannenfabriek Belisia, Bilzen
1902 - 1927
Onduidelijk wanneer de ringoven werd gebouwd waarvan sprake is in een advertentie.

Steenbakkerij Vandersanden, Spouwen, Bilzen
1928 - 1953
Jaak Vandersanden start in 1925 een steenbakkerij in Spouwen met een veldoven. De ringoven wordt gebouwd in 1928. De oude schoorsteen op het bedrijfsterrein dateert ook van toen. Jaaks zoon Constant vervangt de oude oven in 1953 door een Hoffman kameroven. In 1962 wordt een tunneloven gebouwd.

Pannenfabriek Taxandria - Vandermeulen & Co, Bree
>1918 - 1966?
De ringoven werd kort na de eerste wereldoorlog gebouwd. Het bedrijf sloot in de jaren zestig.

Steenbakkerij Meulemans, Lanklaar (Dilsen-Stokkem)
1924 - 1968
Deze steenbakkerij had allicht van bij de start een ringoven. De steenkoolmijn van Eisden was de belangrijkste klant.

Steenbakkerij Koolmijn Winterslag, Genk
1923 - 1964 
De koolmijn beschikte vanaf 1923 over een steenbakkerij met ringoven. De Hoffmann ringoven had 24 kamers. Stenen werden gemaakt met gemalen 'mijnsteen' ipv. met leem of klei.

Pannenfabriek De Maas, Kessenich (Kinrooi)
1903 - 1975
Bij de start had de fabriek 14 Casselovens die met steenkool werden gestookt. Die werden volgens de beschikbare informatie later verbouwd tot een ringoven.

Steenbakkerij Heylen (nu Wienerberger), Lanaken
1966 - ?
De steenbakkerij werd gebouw in 1966 en beschikte over een ringoven die later werd vervangen door een tunneloven. De exacte datum is niet bekend.

Steenbakkerij Nelissen, Kesselt (Lanaken)
1921 - 1965?
In de jaren zestig werd de oorspronkelijke ringoven vervangen door een tunneloven.

Steenbakkerij Smeets, Maaseik
1903 - ?
De ringoven wordt gebouwd in 1911. Het is niet duidelijk tot wanneer deze steenbakkerij actief is.

Steenbakkerij Houben-Spitz, Maaseik
1925 - 1971
Het bedrijf werd op gericht in 1904. De ringoven werd gebouwd in 1925.

Steenbakkerij Schouterden (nu Wienerberger), Maaseik
1911 -  nu
De oorspronkelijke ringoven is nog steeds in gebruik voor speciale types bakstenen. De oorspronkelijke schoorsteen bij de ringoven was 30 meter hoog en werd in 1923 gebouwd door de Nederlandse aannemer Peter Johannes Geelen. Een aantal jaren geleden werd de gemetste schouw vervangen door een metalen exemplaar.

Steenbakkerij Eyben, Maasmechelen
1922 - 1983
Dee ringoven was waarschijnlijk in gebruik tot bij de verkoop in 1983. Bij de verkoop is sprake van een automatische kolenstookinstallatie Thermo.

Steenbakkerij Membruggen, Riemst
1960 - nu
Het bedrijf bestaat sinds 1947. De ringoven werd gebouwd in 1960 en is nog altijd in gebruik. Zo is het een van de weinige steenbakkerijen in Vlaanderen die nog met een ringoven werkt. In Limburg is alleen de ringoven van steenbakkerij Schouterden in Maaseik nog ouder. Die is van 1911 en ook nog in gebruik.

De ringovens van steenbakkerijen Schouterden (links) en Houben-Spits (rechts) in Maaseik (Luchtfoto 1944)


'Panovese kàl' in Kortessem

De pannenbakkers van pannenfabriek Van Oostayen in Kortessem hadden een eigen taaltje. Dat was destijds algemeen bekend in Kortessem.

In een artikel in Het Belang van Limburg van 11 juli 1992 leggen Jef Oris en Tuur(ke) Bielen aan journaliste Denise Vandeloo uit hoe die 'panovese kàl' tot stand kwam en hoe het taaltje werkte: "De mannen van pannenfabriek Van Oostayen verwisselden de klinkers en medeklinkers op een nog al vrije manier zodat voor oningewijden een onverstaanbare taal ontstond." Er waren blijkbaar geen vaste regels en het taaltje, op basis van het Kortessems dialect ('Kotshoves'), was vooral een spelletje tussen de werknemers van de fabriek. 

De oorsprong van het 'panoves' had volgens de overlevering iets te maken met de bijnaam van 'een schoon Kortessems meiske' dat erg geliefd was bij de pannenbakkers en waarvan die bijnaam dus telkens omgedraaid werd. Dit gaf uiteindelijk aanleiding tot het eigen taaltje.

Bevroren pannen...

Op een dag kwam een van de medewerkers met een belangrijke mededeling bij de baas: " 't Is te naach wemp gedoes, de heil vronne zén bepare! ". Het kwam er op neer dat het die nacht erg koud geweest was en dat als gevolg daarvan de pannen bevroren waren... Maar de Nederlandse fabriekseigenaar verstond er niets van...
Andere vermelde voorbeelden waren een "poette zwaas" (zwarte poes) of "muk of strarege" (straks of morgen). Er bestond zelfs een versie van het 'Onze Vader' in het 'panoves'.

Volgens het krantenartikel waren er in 1992 nog wel wat mensen die het taaltje konden spreken en verstonden. Het waren meestal oud-werknemers van de pannenfabriek of hun familieleden.

Spoonerisme

Een taal(tje) met dergelijke opzettelijke versprekingen komt wel meer voor. Er is zelfs een begrip voor: spoonerisme, naar een Engelse dominee en wetenschapper, William Archibald Spooner (1844-1930), die blijkbaar bekend stond voor zijn opvallende versprekingen. 

Het Kortessemse 'panoves' haalde zelfs een overzicht op Wikipedia met zgn. 'language games'. Daarin staat overigens ook de zgn. 'p-taal' die bij veel jeugdbewegingen bekend is (was).

 

De pannenbakkers van pannenfabriek Van Oostayen (foto 'Kortessem vroeger en nu')


woensdag 1 november 2023

De Limburgse keramische sector in 1907

Zoals ik al verteld heb, kon ik onlangs een uniek boek kopen: 'Les industries céramiques', geschreven door Marcel De Meester, uitgegeven in 1907. Marcel De Meester werkte als ingenieur voor het toenmalige Ministerie van Nijverheid en Arbeid. Het boek van 180 pagina's bevat een algemene beschrijving van de verschillende takken van de keramische sector in België: steenbakkerijen, pannenfabrieken, vuurvaste keramiek, porselein, tegels... Het boek sluit af met een uitgebreide inventaris van bedrijven per sector in België. Op die manier is het een uniek tijdsdocument.

Inventaris

De Meester maakt een inventaris voor 13 categorieën. Het onderscheid ligt in de hoofdactiviteit van de opgesomde bedrijven. Hij legt echter niet uit hoe en in welk jaar deze inventaris tot stand kwam, vermoedelijk in 1905-1906. Dit zijn de 13 categorieên:

  1. Briques, Tuiles, Carreaux, Tuyaux de drainage
  2. Briques émaillées
  3. Tuiles, Carreaux, Briques, Tuyaux de drainage et de cheminée
  4. Poterie de terre cuite et poterie commune
  5. Tuyaux d'égout et Poterie en grès commun vernissé au sel
  6. Potereie de grès commun pour produits chimiques. Tuyaux d'égout
  7. Produits réfractaires
  8. Pavés genre Quaregnon et dalles d'usine
  9. Carreaux et pavés genre Sarreguemines
  10. Carreaux en grès cérame à dessins incrustés
  11. Faïence. Grès émaillé de revêtement
  12. Pipes
  13. Porcelaine

In de eerste categorie 'Briques, Tuiles, Carreaux, Tuyaux de drainage' komen geen Limburgse bedrijven voor. Blijkbaar was er op dat moment geen enkel bedrijf in Limburg dat als hoofdactiviteit bakstenen produceerde. De Meester vermeldt wel dat hij geen veldovens heeft opgenomen in zijn inventaris. In de lijst komen de typische Belgische  'baksteenregio's' (Rupelsstreek, Kempen...) wel duidelijk naar voor. Ook het bedrijf van Sylvain Francart in Beerse staat in de eerste lijst vermeld. Hij verhuist pas in 1907-1908 naar Tongeren. De lijst wordt gepubliceerd in 1907 maar kwam allicht in de jaren daarvoor tot stand.

In de tweede lijst, 'Briques émaillées', staat de Manufacture de Céramiques décoratives in Hasselt opgenomen. Het Hasseltse bedrijf staat ook als enige Limburgse onderneming in lijst 11, 'Faïence. Grès émaillé de revêtement'. Het is inderdaad  tijdens de periode 1900-1915, wanneer architect en ingenieur Alphonse Gatz aan het hoofd van het bedrijf staat, dat men zich toelegt op de ontwikkeling van keramische bouwelementen. In heel veel openbare gebouwen en bedrijven worden in die periode sanitaire installaties in Hasselts keramiek opgebouwd.

In lijst 4 'Poterie de terre cuite et poterie commune', staan bedrijven die gebruiksaardewerk produceren. In Limburg zijn in 1907 blijkbaar nog vijf bedrijfjes actief: Pillards (Bree), Vandermeulen (Sint-Truiden), Daenen-Roggen (Tongeren), Nelissen (Tongeren) en Vroom (Wijchmaal - Peer).

Opvallend is ook lijst 12 met de bedrijven die pijpen produceren. Daarin staat als enige Limburgse bedrijf de bekende firma Knoedgen uit Bree. Daar komen we zeker nog eens op terug.    

Voor het overige staan enkel in lijst 3 'Tuiles, Carreaux, Briques, Tuyaux de drainage et de cheminée' Limburgse bedrijven. Het zijn er wel 21!

Dit is het lijstje:

    Moens (les enfants), Alken
    Tuilerie mécanique Belisia (Sté anon), Bilzen
    Van de Venne et Van der Meulen, Bree
    Smits-Van Eckart, Guigoven (Kortessem)
    Thiéry-Vandersmissen, Halen
    Tielen-Wouters, Hamont (Hamont-Achel)
    Winkels, Hamont (Hamont-Achel)
    Hénault, Henis (Tongeren)
    Sté anon. La Meuse, Kessenich (Kinrooi)
    Eggen Jennen, Lanklaar (Dilsen-Stokkem)
    Hoeven, Lanklaar (Dilsen-Stokkem)
    Reniers, Loksbergen (Halen)
    Thielens, Loksbergen (Halen)
    Goyens, Maaseik
    Lowel et Cie, Nieuwerkerken
    Kenens, Peer
    Kusters, Rekem (Lanaken)
    Raymaekers, Schulen (Herk-de-Stad)
    Christiaens Henri, Tongeren
    Christiaens Hubert, Tongeren
    Delvigne et Van West, Tongeren

De meeste panovens of pannenfabrieken kunnen we met redelijke zekerheid identificeren (via de link kom je bij de desbetreffende panoven van onze inventaris terecht). Over sommige twijfelen we nog.

Het bedrijf Smits-Van Eckart in Guigoven (Kortessem) is heel waarschijnlijk de latere Pannenfabriek Vanoostayen. Deze namen waren we nog niet eerder tegengekomen. Vanoostayen kocht de pannenfabriek waarschijnlijk in 1909.

Het bedrijf Thiéry-Vandersmissen in Halen is in feite geen keramisch bedrijf. Eigenaardig genoeg nam De Meester het toch op in zijn inventaris. Hij vermeldt zelf dat het gaat om 'tuyaux en beton. Carreaux et tuiles en ciment'. Over dit bedrijf schreef ik eerder al een stukje op mijn website. 

Het bedrijf Tielen-Wouters in Hamont-Achel is ons niet bekend. Een tijdje geleden kregen we van de Heemkundige Kring Hamont heel wat nieuwe informatie en konden we verschillende pannenbakkers aan onze inventaris toevoegen. Dit bedrijf was daar echter niet bij...

Het bedrijf Hénault in Henis (Tongeren) is mogelijk het bedrijf dat in 1841 eigendom was van Jan Bertrand. Het is echter moeilijk vast te stellen of het inderdaad om dit bedrijf gaat.

Panoven Reniers in Loksbergen is ons onbekend. Mogelijk gaat het om panoven Coeckelberghs in onze inventaris.

Het bedrijf Goyens in Maaseik is moeilijk te identificeren. Recent vulden we nog onze inventaris voor Maaseik aan met nieuwe informatie. Ene Godfried Goyens wordt in de Almanak van 1888 vermeld als pannenbakker. We denken dat hij rond 1907 mogelijk pannenbakker was in de Panoven Gasthuisveld uit de inventaris uit 1841.

Het bedrijf Lowel uit Nieuwerkerken is mogelijk de grote pannenfabriek in het centrum van Nieuwerkerken waarover we tot nu toe weinig informatie hadden gevonden. Het is het enige bedrijf dat op dat moment actief is.

Ontbrekende bedrijven?

De inventaris van De Meester lijkt erg compleet. Maar er zijn ook een paar afwezigen. Sommige ontbrekende steenbakkerijen waren in 1906-1907 waarschijnlijk gewone veldovens waardoor ze niet in de inventaris werden opgenomen.

Panoven Coenen bij de windmolen in Elen (Dilsen-Stokkem) staat niet in de lijst. Volgens onze informatie was die zeker nog actief op dat moment. 

Een opvallende afwezige is ook steenbakkerij Vanhengel in Genk. Die was actief tussen 1901 en 1925. Allicht was het bedrijf op het moment van de inventaris nog maar een veldoven.

Ook voor steenbakkerij Houben-Spitz (Maaseik) begonnen in 1904, is dat allicht de reden. De ringoven wordt pas gebouwd in 1925....

En tenslotte ontbreekt ook de panoven van Jozef Vos in Schulen (Herk-de-Stad). Dit bedrijf had destijds een eigen aansluiting op het station van Schulen en was erg bekend in de regio. Allicht was het bedrijf net gestopt op het moment van de inventaris door De Meester. Jozef Vos verkocht volgens zijn informatie zijn laatste pannen in 1906. Hij was op dat ogenblik 67 jaar oud.

Panoven Raymaekers in Schulen (bovenaan) en Panoven Vos (links) (militaire kaart 1903)



zondag 15 oktober 2023

Het was een Marseille pan!

Een tijdje geleden schreef ik een stukje over een mooie pan die ik gevonden had in Balen, in de Antwerpse Kempen. Het was een pan die ooit gemaakt was in Pannenfabriek Sint-Jozef, het bedrijf van Sylvain Francart in Beerse bij Turnhout. Aan de onderzijde staat de tekst "Société St. Joseph - Sylvain Francart - Turnhout Anvers".

Onlangs kreeg ik een berichtje van mijn goede vriend Huub Mombers over deze pan (bedankt Huub!). Hij kon me vertellen dat dit in feite een typische Marseille pan was, een 'tuile de Marseille'. Een pan met een platte 'wel' (sluiting) die gekruist werd gelegd en met de typische schuine strepen op de 'wel'. Op de foto's die hij me bezorgde bleek dat sommige pannen ook het typische hartje hadden dat op de pan van Francart voorkwam.

Dit type vlakke dakpan werd oorspronkelijk (vanaf ongeveer 1880) in Lyon en Marseille geproduceerd en verspreidde zich via de rest van Frankrijk naar Italië en dus ook naar België en Nederland. Sylvain Francart produceerde dus blijkbaar al voor 1907 (het jaar dat hij het bedrijf in Beerse verkocht) deze typische Marseille pannen.

De pan van Tuilerie Saint-Joseph in Beerse, het bedrijf van Sylvain Francart.

Marseille pan uit de verzameling van Huub Mombers

Nog een andere Marseille pan uit de verzameling van Huub Mombers, let op het hartje (dit is een linksdekkende pan)


Over panovens, steenbakkerijen.. en geologie!

Onlangs hield ik een lezing voor Geolim, de werkgroep geologie van Likona, de Limburgse Koepel voor Natuurstudie. De geologen waren erg geïnteresseerd in mijn verhaal over de Limburgse panovens, pannenfabrieken en steenbakkerijen. Erg logisch, de link met de ondergrond is duidelijk, keramische bedrijven hebben klei nodig, klei of leem! Die klei is op heel veel plaatsen aanwezig, maar heeft verschillende eigenschappen en een uiteenlopende oorsprong.

Titelpagina van mijn presentatie met rechts een foto van de kleigroeve Francart in Tongeren (Klei van Henis)

 

Schulen of Westerwald?

Vroeger vond je de keramische bedrijven op de plek waar de geschikte klei te vinden was. Nu niet meer: grondstoffen worden soms over vele honderden kilometers getransporteerd. Klei blijft echter een 'zwaar' product en dus speelt 'nabijheid' nog steeds een rol, zij het minder dan vroeger.

Schulense pannenbakkers, bijvoorbeeld, vonden al in de 17de eeuw ter plaatse erg goede klei voor de productie van hun Schulense pannen. Die klei, Rupeliaanse of Boomse klei, vonden ze op 2 à 3 meter diepte.

Steenproducent Vandersanden gebruikt voor de meeste bakstenen leem uit de omgeving, maar voor de verschillende lichtgekleurde en witte gevelstenen in het assortiment, gebruiken ze zgn. Westerwald-klei. Dit is een van nature witbakkende kleisoort uit de streek Westerwald in Reinland-Pfalz, in het westen van Duitsland, zo'n 200 km van Bilzen. De regio is traditioneel bekend van het grijs-blauwe aardewerk in de vorm van bierkannen en -kruiken. 

Over de soorten klei

In Limburg is zowat overal klei of leem te vinden. Dat blijkt ook uit de spreiding van de historische panovens en steenbakkerijen uit mijn inventaris. In Vlaanderen worden heel wat verschillende soorten klei gebruikt. Elk met een verschillende herkomst en dus ook een verschillende geschiedenis.

Een overzicht volgens M. Gulinck (1958):

  • Polderklei (niet in Limburg)
  • Jonge rivierafzettingen (Maas- en Scheldevallei)
  • Kleien van de Kempen (niet in Limburg)
  • Rupeliaanse klei (Boomse klei)
  • Ieperiaanse klei (niet in Limburg)
  • Klei van Henis
  • Deklemen
  • Verweringsproducten van schalies en mergels (niet in Limburg?)
  • Schalies uit (steenkool)mijnen

Grofweg kan je zeggen dat zowat alle bedrijven in het Maasland gebruik maakten van de alluviale (rivier)klei die ooit door de Maas werd afgezet. De meeste grote bedrijven lagen kort bij de Maas.

Rupeliaanse kleilaag, van mariene oorsprong, dwz. ooit door de zee afgezet, komt in een lange strook in het midden van Limburg voor. Onder meer in Loksbergen, Schulen, Alken en Hasselt werd deze klei verwerkt in pannen, buizen en bakstenen.

De klei van Henis dagzoomt aan de oppervlakte vooral in het zuiden van Limburg. Steen- en pannenbakkerijen in Bilzen en Tongeren maakten gebruik van deze kleilaag, die uitermate geschikt was voor pannen en holle elementen.

De leem bedekt zowat volledig Haspengouw en werd ooit (tijdens de verschillende ijstijden) door de wind aangevoerd. Veel veldovens in de regio gebruikten deze leem net als de grote baksteenfabrieken zoals Vandersanden en Nelissen, die vandaag nog actief zijn.

Schalie (of 'mijnsteen') werd enkel door de koolmijn van Winterslag gebruikt. Dit restproduct van de steenkoolwinning werd fijngemalen en met water gemengd om vervolgens tot bakstenen te worden geperst. Deze Carboonschalie is 310 miljoen jaar oud. De Winterslagse baksteen kreeg daarom terecht de titel van 'oudste baksteen van Vlaanderen'.

Virtueel boren naar klei

Sinds kort kan je op de website 'Databank Ondergrond Vlaanderen' kaarten raadplegen waarop de verschillende kleilagen en de diepte waarop ze voorkomen aangegeven staan (kies voor 'kaartlagen kiezen' en vervolgens voor 'Delfstoffen'). Dat geeft interessante informatie over het voorkomen van deze kleilagen. Bovendien kan je op dezelfde website 'virtuele boringen' doen waarmee je voor een bepaalde locatie de onderliggende geologische lagen kan ontdekken. Ook dat geeft een idee van de klei die op een bepaalde locatie voorkomt.

Met al die informatie kan voor elke historische panoven, pannenfabriek en steenbakkerij in principe nagegaan worden welke klei of leem werd gebruikt. Het is de bedoeling om die informatie voor elk bedrijf in mijn inventaris toe te voegen. 

Alles over klei

Het werd overigens ook voor mij een leerrijke voormiddag. De inleiding werd gegeven door geoloog Bert Neyens. Hij gaf een algemene toelichting over klei, de samenstelling en eigenschappen. Daarin is hij een specialist. Bert is bij Steenfabriek Vandersanden verantwoordelijk voor de samenstelling van de klei die voor de productie van hun bakstenen wordt gebruikt. Hij is overigens ook de persoon die de nieuwe  Pirrouet-gevelsteen heeft ontwikkeld die tijdens de productie CO2 opneemt!

Kleiwinning met baggermachine, Steenbakkerij Meulemans, Lanklaar (Dilsen-Stokkem) (© Jos Leenders)


dinsdag 3 oktober 2023

Miljoenen draineerbuizen

Heel wat voormalige pannenfabrieken produceerden ook de typische keramische draineerbuizen. Vele miljoenen van die dingen zijn in de loop van de 19de en 20ste eeuw in landbouwgronden begraven. Vooral in 'waterzieke' gronden, zoals men zei over gronden met een hoge grondwaterstand. Vandaag de dag denkt men daar heel anders over en de droge zomers doen de landbouw in paniek slaan. Nu blijkt dat de massale drainage van landbouwgronden net één van de oorzaken is van de droogteproblemen in onze warme zomers.

Engeland

De eerste drainages met buizen werden aangelegd in Engeland en dateren uit 1810. Later werd de techniek met keramische buizen overgenomen in Nederland en België. De eerste drainage volgens het Engels stelsel werd in België aangelegd in 1835 in de buurt van Doornik. Een meer algemene invoering gebeurde in 1849-1850, toen het Ministerie van Binnenlandse Zaken in Brussel een speciale dienst oprichtte om de studie van het drainageprobleem aan te vatten en er ook ruime kredieten voor over had. 

In die jaren startte België ook met haar overheidsstatistieken. Volgens die officiële informatie waren in 1849-1850 in gans België 589000 buizen gelegd, waarvan in Limburg, toen niet meteen een belangrijke landbouwprovincie, toch ook al 10070! Een dergelijke drainage met keramische buizen was bovendien relatief duur (meer dan 10% van de kostprijs van de landbouwgrond per hectare).

Pottenbakkers

De eerste drainagebuizen werden door pottenbakkers gemaakt. Ze werden gedraaid zoals potten gemaakt werden. Later werden ze met een strengpers geproduceerd. De eerste commerciële strengenpersen zouden rond 1850 in Engeland in gebruik genomen zijn. De productie van drainagebuizen zou de introductie van strengenpersen versneld hebben omdat het zo gemakkelijk was en er in de helft van de 19de eeuw zo'n grote vraag was naar drainagebuizen.

Limburg

Heel wat Limburgse pannenfabrieken hadden draineerbuizen in hun assortiment. De fabriek van Wijer (Nieuwerkerken) adverteerde uitdrukkelijk met verschillende doormeters van drainagebuizen. Dit was het bedrijf van de familie Kumpen. Het was de voorloper van het internationale bedrijf Keramo, nu onderdeel van Wienerberger.

In Pannenfabriek Jorissen in Loksbergen (Halen) werd de laatste lading nooit uit de oven gehaald. De oven zit er nog vol met gebakken draineerbuizen...

Advertentie uit 1930 (Archief Het Belang van Limburg)

 

Advertentie uit 1932 (Archief Het Belang van Limburg)

 

Drainagebuizen in de oven van Pannenfabriek Jorissen, Loksbergen (foto: Archeonet)


Bronnen:
- De eerste drainages in West-Vlaanderen, Biekorf. Jaargang 68 - DBNL

Tot varens, Guido!

Op 5 september overleed Guido Vandermarliere, 'den Do' voor vrienden en kennissen. Geschiedenis en erfgoed waren zijn passie. Een geboren verteller. Hij woonde een tijdje in Eksel, maar keerde ooit terug naar Poperinge, zijn geboorteplek. Daar is hij nu overleden.

Waar hij woonde deed hij opzoekingen over de lokale geschiedenis en, vooral, hij publiceerde erover. Zo verschenen heel wat verhalen over Eksel en omgeving. De geschiedenis van de hopteelt in Poperinge was een ander belangrijk thema. Hij werkte voortdurend aan de transcriptie van documenten uit het Poperings archief, die met alle nodige commentaar werden gepubliceerd. Hij was een groot promotor van het hoppe-erfgoed.

Ik kende Guido al van toen we nog collega's waren bij het provinciebestuur van Limburg. Guido bezorgde me later interessante informatie voor mijn familiestamboom en we mailden over een pannenoven in Eksel en de bakstenen die voor de kerk van Eksel werden gebakken...

In april dit jaar verscheen zijn 250ste editie van 'Do's Gazette', een nieuwsbrief vol erfgoed die Guido bijna maandelijkse verstuurde aan zo'n 700 abonnees! "Dit is voorlopig mijn laatste nummer. Momenteel zit ik met gezondheidsproblemen", zei Do. Maar zijn gezondheid beterde niet meer...

Guido was voor mij een voorbeeld van hoe je moet proberen om zoveel mogelijk mensen te interesseren voor lokaal erfgoed en lokale geschiedenis.

Bedankt Guido, tot varens!


 


Welkom!

Een Limburgse inventaris!?

Een inventaris van 'alle' Limburgse panovens, pannenfabrieken en steenbakkerijen? Allicht onbegonnen werk... In elk geval wil ik m...