|
De drie briqueteries op de militaire kaart van 1904 (Bron: Cartesius)
|
Het is opvallend hoeveel steenbakkerijen en pannenovens er in Maaseik en omgeving actief waren, vooral in de 19de eeuw. In de inventaris van 1840 staan twee pannenovens vermeld, Op de militaire kaart van 1904 vonden we nog eens drie steenbakkerijen (briqueterie) terug. Kort voor de Eerste Wereldoorlog begonnen ook de bekende pannenfabrieken/steenbakkerijen van Schouterden en Houben-Spitz hun activiteiten. Toch was onze inventaris blijkbaar nog onvolledig.
Stadsbranden
Het is niet zo verbazend dat er veel steenbakkerijen en pannenovens in en rond Maaseik actief waren: Maaseik was een belangrijke stad in de regio en de stadsbewoners én de stad waren belangrijke afnemers van brikken en pannen, zeker na de stadsbranden van 1651 en 1684. Bij die laatste brand werd bijna een derde van de woningen vernield. Naar aanleiding daarvan werden voorschriften
uitgevaardigd waarbij het gebruik van strooien en rieten daken werd
verboden en leien of dakpannen werden verplicht.
Bovendien was de grondstof in de vorm van klei die was afgezet door de Maas, rijkelijk aanwezig en vlakbij beschikbaar.
In die 17de eeuw blijken verschillende lokale vooraanstaande Maaseikenaars contracten te sluiten met lokale steenbakkers voor de productie van brikken. In het artikel van Raymond Driesen, 'Steenbakkerijen rond Maaseik' (De Maaseikenaar, 1997, nummer 4), gaat het onder meer om contracten tussen Adam Adams met steenbakker Frans de Bie; de gebroeders Backhus met steenbakker Bastiaen Martens en zijn moeder, en Jan Claessens met de 'Waalse' steenbakker Jean Rasquin.
In een ander artikel 'De Renkoven, een nieuw industrieterrein' (De Maaseikenaar, 1999, nummer 3) geeft Martin Boonen een overzicht van de steenbakkerijen en pannenovens die de laatste eeuwen actief waren. Zo krijgt Jan Pendris in 1702 de toelating om tichelen (of brikken) te bakken op de Middenwal. Daarna volgt nog een hele lijst Maaseikse steenbakkers en pannenovens.
De Maaseikse nijverheid van 1830 tot 1914
Onlangs vonden we toevallig nog nieuwe informatie in het boek 'Maaseik, ontstaan van een grensstad'
uitgegeven in 1994 door het stadsbestuur van Maaseik. In het hoofdstuk
over landbouw en nijverheid tussen 1830 en 1914 geeft Marc Hanson een
beknopte ontstaansgeschiedenis van de grofkeramische sector aan het eind
van de 19de en het begin van de 20ste eeuw. Dit gaf ons nieuwe en
aanvullende informatie over de Maaseikse steenbakkerijen en pannenfabrieken in die periode.
Almanakken
Zelf verzamelden we uit de zgn. Almanakken, zowat de Gouden Gids van de 19de eeuw, veel gegevens van pannenbakkers en steenbakkers in Limburg. Dit is de informatie voor Maaseik:
1833
Pannenbakkerij Driane Jan
Steenbakkerij Lambert
Steenbakkerij Paumen
1854
Steenbakkerij Swillens
Steenbakkerij Verheyen
Steenbakkerij Paumen
1857
Pannenbakkerij Driane J.M.
Pannenbakkerij Driane I.
Steenbakkerij Swillens A.
Steenbakkerij Verheyen L.
Steenbakkerij Paumen J.M.
1866
Pannenbakkerij Driane J.M. et Isabelle
Steenbakkerij Smeets Th.
1882
Pannenbakkerij Driane J.M. et Isabelle
Steenbakkerij Smeets Th.
Steenbakkerij Magniet, veuve
1888
Pannenbakkerij Driane J.
Pannenbakkerij Goyens Godf.
Steenbakkerij Smeets G.
Steenbakkerij Magniet, veuve
Zoals reeds eerder verteld werden deze Almanakken niet altijd even zorgvuldig samengesteld. Men was afhankelijk van de informatie die door gemeenten werd doorgegeven. Zo kan het gebeuren dat sommige namen plots niet voorkomen in een bepaalde editie.
Een overzicht voor de 19de en 20ste eeuw
Op basis van al die informatie kunnen we een overzicht geven van de Maaseikse pannenbakkers en steenfabrieken in de 19de en 20ste eeuw. We zochten en vonden ook nog wat familiebanden tussen de verschillende families.
De meeste steenbakkerijen lagen in het gebied tussen Maaseik en Aldeneik: het Bleumerveld, op Dekes Kamp, Aen de Klous... Deze benamingen vinden we terug in het Primitief Kadaster (website Rijksarchief). Toch ontbreken er nog wat puzzelstukjes. Sommige vermeldingen op oude kaarten konden we nog niet linken aan de namen die we terugvonden.
De nieuwe gegevens verwerken we ook in de lijst met Limburgse steenbakkerijen en pannenovens.
Opvallend detail: als de informatie klopt, waren er op een bepaald ogenblik wel drie ringovens in gebruik in Maaseik!
|
Het gebied tussen Maaseik en Aldeneik waar veel steenbakkerijen en pannenovens gelegen waren (Primitief Kadaster, Rijksarchief)
|
Pannenbakkers
Belangrijke pannenbakkers waren de familie Driane. Ze waren zeker drie generaties actief, van voor 1833 tot na 1888. Deze familie was eigenaar van de Panoven Aen het Molenhuis die vermeld staat in de inventaris van 1840. Als eigenaars staan vermeld Jan Melchior Driane en consoorten. Deze oven was volgens de informatie van Willem Driesen actief tot 1904. Het is niet duidelijk of de oven tot dan ook eigendom bleef van de familie Driane.
De kleinzonen van het broer van Jan Melchior, nl. Jules (1846-1909) en Joannes Christianus (1845-1919) begonnen volgens Marc Hanson kort voor 1900 een pannenfabriek in Aldeneik die tot 1901 zou bestaan.
Een andere pannenbakker was Guillaume Briers van de Panoven Gasthuisveld. Die was volgens de inventaris van Willem Driesen actief van minstens 1842 tot 1901. In de Almanakken vinden we in 1888 Godfried Goyens. Misschien was hij de opvolger van Guillaume Briers.
Steenbakkers
In de Almanakken komen in de 19de eeuw volgende steenbakkers voor: Lambert, Magniet, Paumen, Smeets, Swillens en Verheyen. Die worden ook (bijna) allemaal vermeld in het boek door Marc Hanson. Hij heeft het over Vanisterdael, Paumen, Swillens en Verheyen. Martin Bonen geeft een uitgebreid overzicht gebaseerd op vergunningen verleend door het schepencollege, soms zelfs met vermelding van het kadasterperceel..
In 1826 krijgt Helena Muysers, weduwe van Jean Nicolaas Purnot, de toelating om een brikkenoven op te richten in het Bleumerveld. Jan Mathijs Paumen bouwt een steenoven in het Bleumerveld (sectie 465) in 1848. Hij staat vermeld in de Almanakken van 1833 tot 1857. Antoon Swillens bouwt een bestendige steenoven in het Hepperveld in 1850. Nog in 1850 bouwt Leonard Verheyen, aannemer, een oven op Het Klousveld (sectie B380). Beiden staan vermeld in de Almanakken van 1854 en 1857.
In 1889 krijgt J.J. Titeux de toelating om een steenoven op te richten aan de Hamontweg. Vanaf 1891 produceert Alphons Heyligers-Vinckenbosch brikken in een veldoven vlakbij het huidige kerkhof van Aldeneik.
In 1903 krijgt aannemer Gerard Smeets de toelating om een oven op te richten in het Bleumerveld (sectie B448). Later, in 1911 zal hij er een ringoven met een hoge schouw bouwen. Hij beschikt kort voor de Eerste Wereldoorlog over een stoommachine en kleipers. Gerardus Hubertus Smeets (1848-1917) was de zoon van Petrus Theodorus (1818-1883) die in de Almanakken ook al als steenbakker vermeld stond. Het waren beide ondernemers die er verschillende activiteiten op na hielden, gaande van landbouwer tot schipper, aannemer en handelaar in grind. Vader en zoon waren beiden schepen in de stad Maaseik.
In 1907 start Eva Maria Curvers, weduwe van Hubert Voets, samen met haar zoon Louis, een permanente steenbakkerij in Aldeneik aan Het Klein Veldje. Het was een soort klampoven, een open oven met vaste muren. Later ging ook zoon Pieter Voets meewerken in het bedrijf. Hij bouwde een huis bij het bedrijf op de hoek van de Javanastraat en de Venlosesteenweg. Het bedrijf bleef actief tot Pieter overleed in 1940.
|
Huis Voets aan de Venlosesteenweg, het gebouw bestaat nog steeds. |
Bernard Houben,
eigenaar van een watermolen in Aldeneik krijgt op 29 maart 1904 van het
schepencollege de toelating om een steenbakkerij te starten in het
Aldeneikerveld, 'Aan de Klous' (sectie 389-391). Blijkbaar werkte hij al eerder, in 1902, samen met Arnold Beunen om op de zelfde locatie een tijdelijke steenoven uit te baten. Kort daarna schakelen
hij over op de productie van dakpannen. In 1925 bouwt hij een ringoven.
Kort daarna ging hij samenwerken met de familie Spitz uit Rotem. De
steenbakkerij Houben-Spitz bleef actief tot 1971. |
Steenbakkerij Houben-Spitz (Foto: Maaseik, ontstaan van een grensstad) |
In 1910 start Hendrik Hubert Purnot samen met zijn vijf zonen in Aldeneik een veldoven. Vanaf 1914 neemt zijn weduwe Purnod-Damen het bedrijf over en daarna haar zoon Guillaume. Het bedrijf blijft actief tot het tijdens de Tweede Wereldoorlog in 1942 noodgedwongen moet sluiten.
Theopiel Schouterden, veearts, richt in 1908 een veldoven op in Het Hamont (sectie B1272). In 1911 bouwt hij een ringoven. Het bedrijf mechaniseert met een stoommachine (1914) en een kleipers (1915). Steenbakkerij Schouterden wordt overgenomen door het Nederlandse bedrijf Theeuwen en later door Wienerberger. Dit is de enige Maaseikse steenbakkerij die vandaag nog actief is. De ringoven uit 1911 is nog steeds in gebruik.
|
Ringoven Steenbakkerij Schouterden (Wienerberger) (Foto: Maaseik, ontstaan van een grensstad) |
Bronnen:
- De pannebakkerijen in Limburg, 1941-1844, W. Driesen, Volkskunde, nr. 3 (1981), p. 215-239.
- Landbouw en nijverheid tussen 1830 en 1914, Marc Hanson, in 'Maaseik, ontstaan van een grensstad', Stadsbestuur Maaseik, 1994
- 'Steenbakkerijen rond Maaseik', Raymond Driesen (De Maaseikenaar, 1997, nummer 4)
- 'De Renkoven, een nieuw industrieterrein', Martin Boonen (De Maaseikenaar, 1999, nummer 3)
- Geschied- en heemkundige kring Kinrooi
- Documentatiecentrum Maaseik