donderdag 23 juni 2022

Steenbakkers en pannenbakkers in Bokrijk?

Als je recent nog in Bokrijk bent geweest is het jou misschien ook opgevallen. Bokrijk besteedt sinds enige tijd veel aandacht aan vakmanschap. Het is een belangrijk onderdeel van de werking van het museum geworden. Meer zelfs: 'Bokrijk | Vakmanschap & Erfgoed' is een landelijk platform voor historisch en hedendaags vakmanschap in Vlaanderen. De thema's waar Bokrijk rond werkt zijn: houtbewerking en -verwerking, houtschrijnwerk en meubelnijverheid, houtzagerij en -draaierij, kuiperij, pleister en stucwerk, strodak en vakwerkbouw. 

En de pannen- en brikkenbakkers? 

Het mag duidelijk zijn waarom wij hier een stukje aan wijden: het ambacht van de pannen- en brikkenbakkers komt niet in het lijstje voor. Eigenaardig toch voor een openluchtmuseum waar naast veel vakwerkbouw ook heel wat mooie voorbeelden van oude bakstenen gebouwen staan en waar heel wat gebouwen een pannendak hebben (een mooi voorbeeld is het Hooghuis dat afkomstig is uit Tessenderlo). Overal in Vlaanderen en ook in Limburg waren in de 18de en 19de eeuw veldovens actief en rond 1840 telden we in Limburg zo'n 50 pannenovens. Toch zien we geen enkele verwijzing naar dit ambacht en naar het belang hiervan (tenzij we iets over het hoofd zien). Hoe komt dat? Aan de ouderdom van deze technieken kan het niet liggen. Dakpannen worden in Vlaanderen al gemaakt sinds de 16de-17de eeuw, bakstenen al sinds de 13de eeuw.

Misschien paste dit ambacht, in de loop van de jaren geëvolueerd naar kleinschalige industrie, niet in het romantische beeld van de oprichters van het museum in de jaren 1950? Of werden veldovens en pannenovens op dat moment nog niet als iets uit het verleden beschouwd? In het boekje dat door de eerste directeur Jozef Weyns werd geschreven blijkt dat niet meteen. De oude bouwtechnieken komen aan bod, vooral dan het vakwerk met lemen wanden, maar er is ook een kort stukje over het gebruik van baksteen. Echter niets over het ambacht van het bakken van pannen en stenen. Allicht omdat het niet als huisarbeid werd beschouwd en op die manier niet paste in het huiselijke kader...

In elk geval kwam het thema van de pannen- en brikkenbakkers bij gelegenheid wel eens aan bod in de werking van Bokrijk als museum. Het artikel van Willem Driesen, 'De pannenbakkerijen in Limburg 1841-1844' uit 1981 was blijkbaar het resultaat van een studie in opdracht van Openluchtmuseum Bokrijk. En ik herinner me ook nog een tijdelijke tentoonstelling in Bokrijk met als titel 'Batibouw anno 1900' (als mijn geheugen me niet in de steek laat) waar ook de productie van brikken en pannen aan bod kwam.

Oproep

Nu Bokrijk vakmanschap duidelijk verbindt met het openluchtmuseum, en zijn werking in die zin heeft uitgebreid, stellen wij ons de vraag waarom men zich beperkt tot de thema's die we eerder vermeld hebben. Volgens onze bescheiden mening is het ambacht van pannen- en brikkenbakkers echt op zijn plaats in Bokrijk. We doen daarom een oproep aan het museum om ook de kennis hierover in de kijker te zetten, juist omdat het zo verbonden was met de bouwactiviteiten in onze regio en met het leven in onze steden en op het platteland. De geschiedenis van de Limburgse pannen- en brikkenbakkers is erg interessant erfgoed. 

Een traditionele veldoven zou een mooi project zijn voor Bokrijk, dat perfect past in de lopende grootschalige restauratiecampagne. De kennis om zo'n veldoven op te bouwen is op dit ogenblik gelukkig nog aanwezig in onze provincie, bijvoorbeeld bij steenbakkerij Wagemans in Hoeselt.

Gaat Openluchtmuseum Bokrijk de uitdaging aan?



zondag 12 juni 2022

Unieke revolverpersen en een sledepers

De in 1976 beschermde Pannenfabriek Jorissen in Loksbergen (Halen) bevatte op het moment van zijn bescherming nog een erg interessante 'inboedel'. Dat blijkt uit het beschermingsbesluit.

 "De voormalige pannenfabriek 'Jorissen' , genaamd 'de Panoven', inclusief de gebouwen, de paapoven uit het interbellum met de nog bestaande lading gresbuizen en alle toebehoren, de voorbewerkingsfase met alle toebehoren (vormpers voor platte pannen: 'Winnen & Büschges - Boisheim Rheinland'; motor en schakelkast bovenop de machine; vormpers voor nokpannen; houten werkbanken; strengpers met rollen; elektromotor op platform boven de strengpers; reductiekast; rheostaat; oude vormpers voor dakpannen; assen, riemschijven; transportband met houten goot voor bevoorrading strengpers; transportband met houten goot voor afvoer overtollige klei van kamer 1 naar kamer 2; ijzeren mengkuip; verrolbare snijmachine; allerhande kleiner of gedemonteerd materiaal zoals gedemonteerde transportgeleiders), alle transportsystemen, de restanten van de paapoven uit 1877, de restanten van de droogloodsen, de schoorsteen, de rails; de onregelmatig ronde basis naast de voorbewerkingsfase;"

Het meest interessant, en allicht uniek in onze provincie, zijn de aanwezige machines in de inventaris. Deze  dateren allicht van het eind van de 19de - begin 20ste eeuw, nl. twee vormpersen, een sledepers en een strengpers. Het bedrijf sloot in 1954. Deze machines waren tot dan nog in gebruik.

Unieke vormpersen

Al in 1882 kreeg de dakpannenfabrikant François Jorissen een uitvindersbrevet voor dakpannen met een dubbele sluiting, namelijk ”fabricant de tuiles, domicilié à Loxbergen”, voor “un système de tuiles à double attache”. Om dergelijke pannen te maken is een pers nodig, met handbediening of aangedreven door een stoommachine of een motor. In 1920 werd de fabriek gemechaniseerd en er werd een stoommachine geïnstalleerd, mogelijk een tweedehands stoommachine. Later, in 1939, werd het machinehuis volledig vernieuwd, de fabriek draaide van dan af op twee elektromotoren.

Tussen de overblijfselen die vandaag in de ruïne van de machineruimte bewaard bleven vinden we inderdaad deze machines terug. Jammer genoeg in een slechte conditie.

In 2016 maakt ik nog foto's van deze machines onder een half overgroeid golfplaten afdak. Vorig jaar bleek dat alle apparaten zonder beschutting verder stonden te verkommeren. Op mijn vraag aan de gemeente Halen kreeg ik vorig jaar als antwoord dat men na de opmaak van het beheerplan bezig was met de aanstelling van een uitvoerder van dit plan. Geen informatie over de bescherming van de oude machines...

 

Wat overblijft van het machinegebouw van Pannenbakkerij Jorissen... (oktober 2021)

 

 

Strengpers


Een strengpers of extrusiepers wordt gebruikt voor de massaproductie van baksteen, plavuizen, bepaalde typen dakpannen en andere producten van klei. In begin van de negentiende eeuw zijn verschillende pogingen ondernomen om een strengpers te ontwikkelen. De plastische klei werd hierbij door een mondstuk geperst en op de juiste lengte afgesneden. 

Het is onduidelijk wat de herkomst is van deze strengpers. Hopelijk wordt in het kader van de restauratie verder onderzoek gedaan naar de fabrikant en ouderdom van deze machine.

Op de foto is helemaal bovenaan de elektrische motor te zien die de pers aandrijft. De mond van de pers zit vooraan. Aan de buitenkant kan nog een mondstuk toegevoegd worden om de vorm van de streng te bepalen. De klei werd oorspronkelijk met een transportband bovenaan toegevoerd.
De pers is gemonteerd op een bakstenen voet.


Sledepers


De sledepers was oorspronkelijk een van de eerste en eenvoudigste types van persen waarmee pannen werden geproduceerd. De aandrijving gebeurde via een aandrijfwiel dat aan een stoommachine of elektrische motor gekoppeld kon worden.

In Loksbergen werd deze sledepers blijkbaar gebruikt om de nokken te produceren.

Hopelijk wordt in het kader van de restauratie verder onderzoek gedaan naar de fabrikant en ouderdom van deze machine.

 

 

 

 

 

 

Vormpers 1


Met een vormpers kon men bijna continue pannen persen. De mallen zaten gemonteerd op een trommel, vandaar ook de naam revolverpers.

Van deze pers is het merk ook onbekend. Hopelijk wordt in het kader van de restauratie verder onderzoek gedaan naar de fabrikant en ouderdom van deze machine.

 

 

 

 

 

 

 

Vormpers 2


Deze revolverpers bevat nog de oorspronkelijke gipsen mallen voor het persen van de bekende Loksbergse platte pannen met dubbele sluiting. Deze gipsen mallen absorbeerden een gedeelte van het vocht uit de klei waardoor de geperste pannen gemakkelijk loskwamen van de mal. De gipsen mal versleet snel en moet regelmatig vervangen worden. Deze mallen werden normaal gezien ook in het bedrijf gemaakt.

Deze mooie pers is van de Duitse fabrikant Winnen & Büschges uit Boisheim in Rheinland. De merknaam staat op de pers. In een catalogus uit 1938 staat een bijna identiek model afgebeeld.





Oproep

Omwille van hun unieke karakter moeten deze machines in het kader van de restauratie van de pannenfabriek grondig onderzocht en gerestaureerd worden. Hopelijk krijgen ze een prominente plaats in het heropgebouwde machinegebouw zodat de structuur en de werking ervan, én het volledige productieproces, kan worden toegelicht.

In het beheerplan wordt duidelijk gesteld dat het belangrijk is om deze machines te bewaren en te restaureren om zo hun functie in het productieproces uit te leggen aan de bezoeker. Hopelijk volgt de gemeente Halen als eigenaar deze keuze. 

Dit unieke erfgoed mag niet verder verkommeren en verdient het bewaard te worden voor de toekomst.
Ik zal daarom bij de gemeente blijven aandringen voor een correcte restauratie van dit waardevolle erfgoed.

Wordt vervolgd!

Welkom!

Een Limburgse inventaris!?

Een inventaris van 'alle' Limburgse panovens, pannenfabrieken en steenbakkerijen? Allicht onbegonnen werk... In elk geval wil ik m...