maandag 25 december 2023

Zwart-geel-rode bakstenen?

Aan de kleur van bakstenen en pannen ken je de bodem... Dat klopt in grote lijnen. De klei die door de pannenbakker of steenbakker werd gebruikt krijgt bij het bakken zijn typische kleur. Maar ook het bakproces zelf en eventuele stoffen die aan de klei werden toegevoegd, bepalen de kleur van het gebakken product.

In het verleden moest men het doen met de klei die ter plaatse werd gevonden. Een steenbakker of pannenbakker was actief op de plek waar de klei gedolven werd. Klei was immers een zwaar product dat je niet graag over grote afstanden wou verplaatsen. Later in de 19de eeuw kwamen smalspoorsystemen in gebruik (getrokken door paarden of locomotieven) waardoor een kleigroeve al op enige afstand van de steenbakkerij kon liggen. In de Rupelstreek zie je hoe de kleigroeves steeds verder opschoven, weg van de oevers van de Rupel en weg van de steenfabrieken zelf. Nu voeren de grote steenbakkerijen klei aan vanuit heel Europa...

Ijzer en kalk

De meeste klei die in de Vlaamse ondergrond gevonden wordt, heeft een hoog ijzergehalte. Dat ijzer wordt bij het bakken omgezet in ijzeroxides en zo krijgen bakstenen en pannen hun rode kleur.  Afhankelijk van de exacte samenstelling of het bakproces zullen de gebakken producten zelf variëren tussen helder rood of eerder bruin-paars.

Klei die meer kalk bevat heeft na het bakken een gele kleur, soms grijs-gele. Dat is typisch voor de polderklei van de polders aan de kust. Dit is heel opvallend wanneer je in West-Vlaanderen (vooral dan in de Westhoek en het kustgebied) de oude steden en dorpen bezoekt. De gebouwen in grijs-gele baksteen vallen erg op.

En zwart?

Zwarte bakstenen (of pannen) kon men vroeger enkel maken door de bakstenen 'te smoren'. Daarbij werden de keramische materialen gedurende een bepaalde tijd in een sterk reducerende atmosfeer, dit wil zeggen zuurstofarm, gebakken. Het aanwezige ijzer oxideerde dan niet tot ijzeroxides, maar reduceerde en de gebakken klei kreeg zo een typische blauwzwarte (of -grijze) kleur. Die techniek wordt ook nu nog gebruikt. Soms bakt men daarvoor de bakstenen een tweede keer in een speciale 'smooroven'.

De traditionele pannenbakkers bijvoorbeeld in Schulen (Herk-de-Stad) gebruikten groen elzenhout om hun pannen op het einde van het bakproces te smoren. De pannenbakkers kochten dit vers elzenhout bij landeigenaars in de omgeving. Het nat elzenhout zorgde voor een plotse zuurstofarme atmosfeer in de oven waardoor 'de scherf' van de pannen (blauw-)zwart kleurde.

Vandaag kan men ook door het gebruik van mangaanoxide zwarte bakstenen produceren.

Alle kleuren van de regenboog

Door een combinatie van verschillende types klei, baktechnieken en toegevoegde stoffen (voornamelijk oxides) kunnen keramische bedrijven vandaag een heel breed kleurenpalet aanbieden. Zo voert Steenbakkerij Vandersanden een witbakkende klei in uit Duitsland, namelijk Westerwald-klei, een van nature witbakkende kleisoort uit de streek Westerwald in het westen van Duitsland. Als men deze klei smoort krijgt men een grijs-witte baksteen. De combinatie van Nederlandse Brunsummerklei en Maasklei, geeft dan weer mooie roze bakstenen...

Een uitgebakken veldoven van steenbakker Wagemans in Werm.
Het effect van de temperatuur is hier goed te zien: de bakstenen kleuren van helder rood tot paars-bruin.


Welkom!

Een Limburgse inventaris!?

Een inventaris van 'alle' Limburgse panovens, pannenfabrieken en steenbakkerijen? Allicht onbegonnen werk... In elk geval wil ik m...