maandag 21 april 2025

Bilzerse brikkenbakkers in 19de en 20ste eeuw

Bilzen was in de 18de en 19de eeuw één van de belangrijkste productiecentra van brikken en pannen in Limburg. De ambachtelijke productie was mogelijk waar de nodige klei gemakkelijk te ontginnen was, en dat was in Bilzen zeker het geval. In de eerste helft van de 20ste eeuw waren er nog een 20-tal brikkenbakkers actief. Een aantal jaren na de Tweede Wereldoorlog bleef alleen Steenbakkerij Vandersanden over...

In een artikelenreeks in het tijdschrift van de geschiedkundige kring Bilisium, 'Gebakken Leem', uit 1985, bespreekt Leon Merken de Bilzerse baksteen- en pannenbakkers. Over het algemeen is er in Limburg weinig informatie bewaard over deze kleinschalige baksteenbedrijfjes. Interessante gegevens dus!
Over de Bilzerse pannenbakkers vertellen we meer in een volgend artikel. 

Meer dan 50 brikkenbakkers

In Bilzen waren in de loop van de laatste 200 jaar veel brikkenbakkers actief. In de inventaris van Leon Merken voor de 19de en begin 20ste eeuw werden er meer dan 50 brikkenbakkers en locaties opgesomd! De lijst beperkt zich echter tot namen en perceelnummers. Over de grootte en de jaarlijkse productie komen we dus niet zoveel te weten.

De inventaris is hoofdzakelijk gebaseerd op de aanvragen 'de commodo et incommodo' die bij de gemeente gedaan werden voor de oprichting van een steenbakkerij. De gemeente organiseerde een openbaar onderzoek en gaf vervolgens, al dan niet onder voorwaarden, haar goedkeuring. Deze aanvragen gaan daarom over zowel eenmalige als permanente steenbakkerijen. Voor de bouw van een woning werd meestal ter plaatse een eenmalige veldoven opgericht.

Volgens de auteur situeerden de brikkenbakkers zich voornamelijk in Merem, Leten, de Brugstraat en Meershoven. Maar ook op de Borreberg en de Tabaart werd gretig klei afgegraven.
Deze locaties zijn niet toevallig. In die omgeving was klei gemakkelijk te ontginnen. Men kon er zowel gebruik maken van de Boomse klei als van Klei van Henis (zie 'De grond van de zaak'). Allicht gebruikten sommigen ook de bovenliggende leemlaag.

Bij de vermelde brikkenbakkersfamilies waren er die verschillende generaties na elkaar actief waren, zoals de familie Oben, Lormans, Verjans... In de Almanakken uit die periode, zowat de Gouden Gids van de 19de eeuw, komen deze namen ook terug, naast anderen: Cuvelier, Vanroy, Bollen, Gielen, Hauben en Rynaerts. Andere steenbakkers waren maar gedurende korte tijd actief of bouwden enkel een eenmalige veldoven voor de bouw van hun woning.
Eén van de brikkenbakkers waarover we onlangs meer informatie vonden, is Pierre Hubrechts. Hij was actief in de Tabaart (nummer 30 op de kaart).

De kaart 

Hieronder publiceren we het kaartje uit de artikelenreeks van Leon Merken en de lijst met brikkenbakkers. Het volgnummer is ook het nummer op de kaart.

 

Nr.  Anno Brikkenbakker Perceel
1 1897 Thijssen-Nicolaers (Gr. Bivelen) E434
2 1913 Lambert Nijssen-Broeders E435
3 1905 Michel Vanhees E440
4 1909 Alphonse Valkenborg E471
5 1914 Jacobs-Beuls E452
6 1914 Caby-Matheï  E452a
7 1923 Vossen-Theunissen F907
7a 1923 Vossen-Nijssen N F907a
8 1839 Kerkfabriek H19
9 1878 Bollen-Vandebroek H96
10 1898 Joseph Pontur-Fuchs  H97
11 1906 Joseph Pontur-Fuchs H122
12 1900 Laurent Verjans-Thijs H860
13 1911 Cornelis Verians-Brepoels H851
14 1879 Laurent Verjans H286
15 1905 Denis Claesen-Lambregs H270
16 1905 Laurent Verjans-Clerx H270
17 1924 Steegman H643
18 1919 Louis Vissers-Cuypers H663
19 1876 Albert Gielen Pollenis (tot 1879) H666
19a 1900 Albert Gielen Pollenis (tot 1913) H666
20 1905 Denis Claesen-Lambregs H810
21 1900 Mercken, molenaar te Leten ?
22 1900 Claes H1044
23 1913 Bilisia (pannenfabriek) H1014 , H1015
24 1914 Ch. Caby en A. Matheï ?
25 1898 Bertrand Fuchs-Vandoren G1125
26 1899 Antoine Schillings-Grinsven G1115
27 1928 Charles Debor-Marting G1114
28 1900 Hauben-Lormans G1113
29 1918 Jaak Maurissen ("van Sjemik Wilke") G510
30 1946 Pierre Hubrechts G512, G1109, G1110
31 1913 Bartholemeus Dubois G508
32 1914 Oben-Stevens (Tieleman) G504, G507
33 1932 Chr. Vossen-Nijssen G496,G497
34 1916 Arnold Appermont G494
35 1911 Appermont-Thoelen, kantonnier G495
36 1919 Louis Crijns G478
37 1952 Manus Slechten-Derwa G501
38 1950 Jan Oben-Wauters G476
39 1898 Wed. Hubert-Oben G617
40 1852 Wed. Hendrik Baerten ?
41 1920 Jean Gust. Willem Lambregs I1, 3B
42 1928 Lambert Smets I421
42a 1934 Wed. C. Smets I426
43 1936 Jan Oben I362
44 1948 Manus Slechten-Derwa I1/3c, I1/3d
45 1897 Martin Schuermans I3
46 1950 Gerard Erven I3
47 1946 Manus Slechten-Derwa I8B
48 1923 Martin Schuermans I29B
49 1919 Jan Nassen-Poossens (burgemeester van  Martenslinde) I47A
50 1919 Jan Jaspers-Lieben I52A
51 1910 Nassen I138, I139

Merk op dat de kerkfabriek in 1839 allicht andere brikkenbakkers voor haar rekening liet bakken. Het vermelde perceel, H19, is de locatie waar nu het college staat. De brikken dienden blijkbaar om in 1840-1841 de 'nieuwe' dekenij te bouwen. De dekenij werd opgericht naar ontwerp van provinciaal architect Lambert Jaminé.

In het overzicht staat ook Pannenfabriek Belisia vermeld, andere pannenbakkers dan weer niet...

Daarnaast waren er volgens het artikel van Leon Merken nog brikkenbakkers actief, waarvan de locatie niet bekend is, o.m. Lousbergs en Daenen.

We geven ter vergelijking ook de namen uit de Almanakken:

Jaar Deelgemeente Naam
1860 Bilzen Cuvelier H.


Lormans A.


Vanroy P.
1866 Bilzen Cuvelier H.


Lormans A.


Vanroy P.
1882 Bilzen Bollen J.


Gielen A.


Bormans S.

Grote-Spouwen Hauben père et fils


Hauben M.


Reyaerts J.
1888 Bilzen Bollen J.

Grote-Spouwen Hauben père et fils et M.

Van de brikkenbakkers die in de Almanakken werden vermeld, mogen we veronderstellen dat ze gedurende meer jaren actief waren. Het is vreemd dat sommigen van hen dus niet in het overzicht van Leon Merken voorkomen...


Ter vergelijking de NGI-kaart van 1904

Bronnen:
- Bilisium, Leon Mercken, 'Gebakken leem', jaargang 10, 1985 

zondag 13 april 2025

Steenbakker Hubrechts had een brikkenmachien

In Bilzen waren in de loop van de laatste 200 jaar heel veel brikkenbakkers actief. In een inventaris van de geschiedkundige kring Bilisium voor de 19de en begin 20ste eeuw werden er meer dan 50 (!) opgesomd! Maar veel meer dan namen en perceelsnummers komen we in dat artikel uit 1985 niet te weten...

Een familie waarover we intussen wel wat meer weten is de familie Hubrechts. Op de website van Bilisium vonden we een foto met reacties van bezoekers van de site. Onlangs werd ik bovendien gecontacteerd door een afstammeling van de familie Hubrechts.

Steenbakker Hubrechts (links) bij het brikkenmachien (foto: Bilisium)

Volgens de inventaris in het tijdschrift van de geschiedkundige kring Bilisium was Pierre Hubrechts (1916-1996) in 1946 actief als steenbakker 'in de Tabaart' en wel op kadastrale percelen G512, G1109 en G1110. Die locatie is gemakkelijk terug te vinden op de kadasterkaart en op de oude militaire kaarten. Hij staat vermeld als nummer 30 op het kaartje in het artikel. Hubrechts was een van de vele brikkenbakkers die in Bilzen actief waren in de Tabaart(straat). Mogelijk was hij ook de laatste.

De locatie is niet toevallig. In die omgeving was klei gemakkelijk te ontginnen. Al eeuwen waren in die buurt steen- en pannenbakkers actief. Men kon er zowel gebruik maken van de Boomse klei als van Klei van Henis (zie 'De grond van de zaak').

Hieronder kunnen we op een actuele kadasterkaart de oude percelen terugvinden, het gaat om de huidige huisnummers Tabaartstraat 21 en 21A, en Mooi Uitzichtlaan 22A, 32 en 34. Op de oude NGI-kaarten zien we op die locatie in 1969 een kleine ontginning (bruine lijntjes) en in 1981 de twee loodsen die ook op de kadasterkaart aangegeven zijn (nummers 21 en 21A).

Actuele kadasterkaart (Geopunt Vlaanderen)

NGI-kaart 1969

NGI-kaart 1981

Een brikkenpers met motor?

De foto is erg interessant. Hij zou gemaakt zijn in de jaren '50. Volgens de toegevoegde informatie is de man helemaal links op de foto de steenbakker zelf, nl Pierre Hubrechts. De persoon die het 'brikkenmachien' bedient was ene Jef Lormans uit Meershoven. Verder staan er waarschijnlijk nog enkele familieleden op de foto.

Deze brikkenpers is allicht een pers die door een (benzine)motor werd aangedreven. Rechts zien we een kap die een riem zou kunnen afschermen. De machine lijkt wel wat op de pers die in gebruik was bij de familie Vanheusden.

We mogen er van uitgaan dat de brikken gebakken werden in een veldoven zoals dat destijds overal gebeurde. Voorbeelden daarvan zijn de steenbakkers Vanheusden en Wagemans.

Bronnen:
- Familie Hubrechts op Geneanet
- Bilisium, Leon Mercken, 'Gebakken leem', jaargang 10, 1985

maandag 7 april 2025

Eene schilfersteenbakkerij in Limburg

Krant De Kempenaar, 14 mei 1922, uitgegeven in Turnhout

In 'De Kempenaar' van 14 mei 1922 vonden we het volgende berichtje: "Te Genck is eene fabriek opgericht, waar brikken uit schilfersteen worden gemaakt. Deze schilfersteen, voortkomende van het ziftsel der steenkool, wordt gemalen, met de machien samengeperst, dan tot baksteenen gevormd en in een bijzonderen oven gebakken".

Inderdaad, het gaat hier om de steenbakkerij van de koolmijn van Winterslag. Deze steenbakkerij werd gebouwd in de jaren '20 en was actief van 1923 tot 1964. De mijn van Winterslag was de enige Kempense koolmijn die er een volwaardige en permanente steenbakkerij op na hield. 

Winterslagse duivel

In de steenbakkerij werd inderdaad geen klei of leem, maar 'mijnsteen' (schalie), of, zoals in de krant staat, 'schilfersteen', gebruikt. De aangevoerde mijnsteen werd in een 'breekmolen' verbrijzeld tot granulaten om nadien fijngemalen te worden in een 'kogelmolen'. Aan het bekomen grijze poeder werd in een 'mengelaar' water toegevoegd zodat na het persen met een 'strengpers' een groengrijze steen op de juiste maat kon worden afgesneden. 

De stenen werden gebakken in een ringoven die, uiteraard, met steenkool werd gestookt. Het eindresultaat was een rose baksteen met hier en daar een donkere vlek. Omwille van zijn uitzonderlijke hardheid kreeg de baksteen de naam 'Winterslagse Duivel'. 

Ook in Wallonië

Dat, zoals in het artikel vermeld wordt, ook in 'het Walenland' enkele gelijkaardige steenbakkerijen actief waren, klopt. De Meester vermeldt in 'Les Industries Céramiques en Belgique' (1906) dat reeds in 1899 in Jemeppe-sur-Meuse, en later ook in Ans, bakstenen werden geproduceerd uit 'schistes' of schalie.

Of de productie van deze bakstenen echt duurder was zoals in het krantenartikel beweerd wordt, lijkt wat vreemd. De mijn van Winterslag is in de steenbakkerij tot 1964 brikken blijven maken. Als er echt een groot prijsverschil zou zijn geweest met de 'gewone' baksteenproductie is het eigenaardig dat men de steenbakkerij zolang in bedrijf heeft gehouden... 

Oude postkaart met de steenbakkerij van de koolmijn van Winterslag (jaren '30?)

Bronnen:
- De Kempenaar (on-line), stadsarchief Turnhout.
 
- Een interessant Frans filmpje over dergelijk productie vind je hier.

Welkom!

Een Limburgse inventaris!?

Een inventaris van 'alle' Limburgse panovens, pannenfabrieken en steenbakkerijen? Allicht onbegonnen werk... In elk geval wil ik m...