In het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, waartoe België van 1815 tot 1830 behoorde, gaven de provinciebesturen vergunningen voor de oprichting van (hinderlijke) bedrijven, waaronder pannenfabrieken en steenbakkerijen. Ook voor pannenfabrieken in Belgisch Limburg dus!
Hinderlijke inrichtingen
Keizerlijk decreet 1810 (Wikipedia) |
De wetgeving voor gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen kent al een lange geschiedenis. De eerste nationale wetgeving dateert van 15 oktober 1810 en werd ingevoerd om de vele klachten tegen bedrijven die ongezonde en hinderlijke uitwasemingen veroorzaken in te perken. Het keizerlijk decreet (ja, dat was onder Frans bewind) voerde een vergunningsplicht in om een bedrijf te mogen opstarten en maakte een onderscheid tussen drie klassen van bedrijven, naargelang de graad van hinder. Overeenkomstig de drie klassen, werd de vergunning verleend door de nationale overheid, de provincie of de gemeente. Na herzieningen in 1824 en 1849, onderging het vergunningstelsel vooral in 1863 grondige wijzigingen. Van de drie klassen bleven er maar twee over die behandeld werden door ofwel het Schepencollege (klasse 2-bedrijven) ofwel de Bestendige Deputatie (klasse 1-bedrijven). Deze wet vormt nog altijd de basis van het vergunningenstelsel dat na de Tweede Wereldoorlog werd gemoderniseerd en opgenomen in het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming (ARAB). Sinds 1991 is het ARAB vervangen door de Vlarem-decreten (Vlaamse decreten houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne).
Limburgse steen- en pannenbakkers
In het archief van de Nederlandse provincie Limburg bleven deze beslissingen van de provincie uit de 'Hollandse tijd' bewaard. De registers ('Index op de besluiten van Provinciale Staten van Limburg 1824-1861') zijn bovendien online raadpleegbaar. Ik kreeg via Marcel Dings een overzicht van de beslissingen die op Belgisch Limburg betrekking hebben.
Dit zijn ze:
7 juli 1825:
"toelating aan P. J. van Cluisen om een pannenbakkerij op te richten te Schuelen"
Dit is de panoven in de Leemkuilstraat in Schulen. De oven
werd dus al in juli 1825 opgericht door Pieter Jan van Cluisen. Die was er nog
steeds pannenbakker ten tijde van de opmaak van het eerste Belgische kadaster
in 1841. De oven zou actief geweest zijn tot 1871. Waarschijnlijk was in dezelfde
omgeving al rond 1785 een oven actief, uitgebaat door Nicolas Bosmans.
Deze pannenbakkerij staat vermeld in de Almanakken van 1833, 1857 en 1866.
De vermelding van de toelating aan P.J. van Cluisen te Schuelen in het register (pag. 1359) |
30 maart 1827:
"toelating aan J. M. Willems van Beek om zijn pannenbakkerij van Beek naar Bree te verplaatsen"
Het is niet duidelijk om welke pannenbakkerij het hier gaat of waar deze gelegen was. In 1841 zijn er in Bree nog vier pannenbakkerijen actief.
17 april 1827:
"toelating aan J. Bremans om een pannenbakkerij op te richten te Gerdingen"
Dit is de panoven in de huidige Palmenhofstraat in de Rooter Beemden in Gerdingen. Jan Breemans wordt ook als eigenaar vermeld in de
inventaris voor het primitief kadaster in 1842. De oven was waarschijnlijk
actief tot 1886.
Deze pannenbakkerij staat vermeld in de Almanakken van 1833, 1857, 1860-61, 1866, 1882-83 en 1888.
16 oktober 1827:
"toelating aan A. Broeren om een pannenbakkerij op te richten te Bree"
Dit is de pannenbakkerij in Malta, ‘Aen Veewijerstraet’ in Bree. Arnold Broeren was ook nog steeds pannenbakker ten tijde van de inventaris
voor het primitief kadaster in 1842. Hij baatte zijn pannenbakkerij uit tot
1869.
Deze pannenbakkerij staat vermeld in de Almanakken van 1857, 1860-61 en 1866.
15 april 1828:
"toelating aan P. J. Vos om een pannenbakkerij op te richten te Schuelen"
De familie Vos bakte al pannen in de Rey in Schulen rond 1790. Blijkbaar kreeg Pieter Jan Vos dus de toelating voor een nieuwe oven in 1828.
Op die locatie bleef een pannenbakkerij bestaan tot in 1879. Op het eind van de 19de eeuw bouwde Joseph Vos een nieuwe pannenbakkerij in diezelfde
omgeving met een spooraansluiting naar het station van Schulen. Deze
pannenfabriek bleef actief tot ongeveer 1906.
Deze pannenbakkerij staat vermeld in de Almanakken van 1833, 1882-83 en 1888.
18 april 1828:
"toelating aan G. Thoelen om een pannenbakkerij op te richten te Hasselt"
Het is niet duidelijk om welke pannenbakkerij het hier gaat of waar deze gelegen was. Volgens de inventaris voor het primitief kadaster uit 1842 zijn er op dat ogenblik 2 pannenovens actief. In 1810 zou de Hasseltse reus ‘De Langeman’ gebouwd zijn in een pannenbakkerij; “dans une tuilerie, entre le Boomkens- et la Fonteinstraat". Misschien gaat het om deze pannenbakkerij…
2 september 1828:
"toelating aan J.G. Wilsens om een pannenbakkerij op te richten te Hasselt"
Het is ook in dit geval niet duidelijk om welke Hasseltse
pannenbakkerij het gaat.
Deze pannenbakkerij staat wel vermeld in de Almanakken van 1833, 1854, 1857 en 1860-61.
12 mei 1829:
"toelating aan H. van Cosen om een pannenbakkerij op te richten te Schuelen"
Deze pannenbakkerij lag aan de huidige Pannestraat in Schulen en werd
dus in 1829 opgericht door Hendrik Vancosen (1771-1850), later verdergezet door zijn zoon Johannes Vancosen. Hij wordt ook vermeld in het voor
het primitief kadaster in 1842. De pannenfabriek was vermoedelijk actief tot kort na 1860. In deze omgeving werden al veel vroeger pannen gebakken. Op de Villaretkaart
uit 1748 staat al een ’thuillerie’ aangeduid.
Deze pannenbakkerij staat vermeld in de Almanakken van 1857, 1866 en 1888.
15 juni 1830:
"toelating aan K. Smeets om een steen- en pannenbakkerij op te richten te Weijer"
Het is niet duidelijk om welke pannenbakkerij het hier gaat of waar deze gelegen was. In 1841 zijn er in Wijer wel nog drie pannenbakkerijen actief.