dinsdag 16 juli 2024

Steenbakkerijen in de Annalen der Mijnen

Een beetje onverwacht ontdekten we interessante informatie over pannenfabrieken en steenbakkerijen in de Annalen der Mijnen, een publicatie van het Bestuur der Mijnwezen.

Deze publicatie, gestart rond 1900, bevat onder meer een jaarlijks overzicht van de activiteiten van het Kempisch bekken, met andere woorden van de mijnen die actief zijn in de provincie Limburg (de concessie van het Kempisch bekken lag deels ook in de provincie Antwerpen).

Een belangrijk aspect van deze rapporten was de informatie over de veiligheid in de bedrijven waarop de ingenieurs van het Bestuur der Mijnwezen toezicht hielden. Sinds een wijziging van de wetgeving in 1957 werden niet alleen de steenkoolmijnen opgevolgd, maar ook de graverijen, de groeven, de metaalfabrieken en de cokes- en agglomeratenfabrieken.

De graverijen zijn volgens de wetgeving 'de ontginningen van baksteenaarde bestemd voor permanente steen- en pannenfabrieken', onder de groeven vielen ook de ontginningen van veldsteenbakkerijen. Naast informatie over de aantallen graverijen en groeven, bevatten de rapporten ook informatie over zware ongevallen en over relevante wijzigingen in de productietechnieken.

We vonden slechts een enkele van deze publicaties online terug. Allicht zijn er wel meer jaargangen te vinden in bibliotheken.

Graverijen

De graverijen zijn volgens de definitie de grotere kleigroeven voor permanente steen- en pannenbakkerijen.

1960 1961 1962 1963
Antwerpen 83 83 79 77
Limburg 9 10 11 13
Oost-Vlaanderen 22 24 39 25
Vlaams-Brabant 14 15 16 13
West-Vlaanderen 52 43 24 35
Totaal
180 175 169 163
 
Volgens deze cijfers zouden er in Limburg dus in 1963 nog 13 'grote' steen- en pannenbakkerijen actief zijn geweest. Inventaris komen we inderdaad ongeveer aan dat aantal. Opvallend is ook de stijging van 9 in 1960 naar 13 in 1963. Het zou interessant zijn te weten of de oorspronkelijke gegevens voor deze rapporten bewaard zijn gebleven.

Groeven

Onder de groeven vermeld men afzonderlijk het aantal veldsteenbakkerijen per provincie.


1960 1961
1963
Antwerpen 1 0
3
Limburg 12 11
13
Oost-Vlaanderen 77 65
68
Vlaams-Brabant 38 40
44
West-Vlaanderen 11 9
8
Totaal
139 125
136

Dit zijn opvallende cijfers. Indien dit klopt, waar we toch wel van mogen uitgaan, zouden er dus in Limburg in 1963 nog 13 veldsteenbakkerijen bestaan hebben. In onze inventaris vinden we er daarvan slechts enkele terug. Er blijft dus nog heel wat te ontdekken...


donderdag 11 juli 2024

Luikse steenbakkers voor de Zuid-Willemsvaart

Op zoek naar pannenfabriekjes en steenbakkers in de verschillende Limburgse gemeenten kregen we een tijdje geleden ook informatie uit Bocholt. 

Volgens de Wim Cuppens van de heemkundige kring van Bocholt waren er in Bocholt of Reppel geen pannenbakkers. Wel zijn er brikkenbakkers actief geweest, maar waarschijnlijk enkel voor concrete gebouwen of bouwprojecten, zoals de Zuid-Willemsvaart. Over de brikkenbakkers in een andere Bocholtse deelgemeente Kaulille schreven we al eerder een stukje.

Zuid-Willemsvaart 

De Zuid-Willemsvaart is ontstaan als een idee van Napoleon en werd destijds omschreven als 'Le Grand Canal du Nord'. Toch was het Koning Willem I van Nederland die het kanaal afmaakte. Wegens het hoogteverschil was men genoodzaakt 20 sluizen te voorzien op de Zuid-Willemsvaart, waarvan sluis 17 en 18 respectievelijk in Lozen en in Veldhoven gelegen zijn.

Erg opvallende bouwprojecten waren dus de sluizen en brughoofden die tussen 1821 en 1826 bij de aanleg van de Zuid-Willemsvaart in Bocholt werden gebouwd. Het gaat concreet om de sluizen nr. 17 in Lozen en nr. 18 in Veldhoven. Uiteraard waren voor de bouw daarvan heel veel bakstenen nodig. De gebruikte brikkenoven zou volgens de informatie van Wim Cuppens gelegen hebben in de buurt van sluis 17 in Lozen. Het is niet duidelijk vanwaar de nodige klei werd aangevoerd. Waarschijnlijk kwam die gewoon beschikbaar bij het graven van het kanaal. Volgens Wim Cuppens waren de oude leemkuilen (langs de Leemkuilenstraat) in die periode immers al lang uitgeput.

Luikse brikkenbakkers

De nodige bakstenen werden gebakken door brikkenbakkers die de werken aan de Zuid-Willemsvaart 'volgden'. Het zou gaan om de brikkenbakkersfamilie Balsat uit het Luikse die dat jaar, in 1825, in Bocholt verbleef.

Inderdaad op de website van de heemkring van Kinrooi vonden we de vermelding van een huwelijk van Lambertus Balsat, gedoopt te Luik. Lambert trouwde voor de kerk op 26 november 1825 in Bocholt met Anna Catharina Marechal, ook gedoopt in de buurt van Luik. We vonden ook enkele stambomen op Geneanet en zochten en vonden de huwelijksakte in de registers van de burgerlijke stand van Bocholt. Die was erg interessant. Lambert is geboren in 1802 in Ans et Glain bij Luik en is dus 23 jaar, zijn echtgenote Anna Catherina, 26 jaar oud, is geboren in de parochie Saint-Walburge in Luik. Ze staan beiden vermeld als brikkenmakers, net als de ouders van Lambert, Gerard en Maria Catharina Robert, die op dat moment blijkbaar ook in Bocholt verblijven.

Deel van de huwelijksakte van Lambert Balsat en Anna Catharina Marechal uit 1825
Later vinden we de familie terug in Luik waar Lambert Balsat en verschillende van zijn zonen als mijnwerker aan de slag zijn...  

Er zijn wel meer verhalen over Waalse brikkenbakkers die als rondtrekkende ambachtslieden in Limburg werkten. Dit is een concreet voorbeeld mét concreet bewijsmateriaal, in een periode dat bakstenen huizen op het platteland nog een uitzondering waren.

Brikkenbakkers in Bocholt.
Prachtige foto uit een familiearchief uit Bocholt via Wim Cuppens van de Heemkundige Kring


Welkom!

Een Limburgse inventaris!?

Een inventaris van 'alle' Limburgse panovens, pannenfabrieken en steenbakkerijen? Allicht onbegonnen werk... In elk geval wil ik m...